Aardbeibloesemkever

Anthonomus rubi

Herkenning. De aardbeibloesemkever wordt aangetroffen in diverse roosachtigen, maar kan vooral schade veroorzaken in aardbei, braam en framboos. De belangrijkste schade die wordt veroorzaakt is het afbreken en afvallen van de bloemknoppen. Dit betekent direct een verlies van vruchten. Vooral bij vroeg bloeiende en weinig bloeiende rassen kan aantasting tot forse productieverliezen leiden. Omdat het verschijnen van de kevers samenvalt met de eerste bloei, zijn het vaak de eerste bloemen (die de grootste vruchten kunnen opleveren) die aangetast worden. Bij framboos en braam zijn het vaak de wat later bloeiende bloemen die aangetast worden, omdat aardbeibloesemkever vaak pas later in het seizoen naar deze gewassen migreert. De kever is 2 tot 4 mm lang, zwart met grijze stippellijntjes over zijn dekschilden. De larven, die in een afgestoken bloemknopje te vinden zijn, zijn 3,5 mm lang, crêmewit van kleur met een licht bruine kop en een gefrommeld lichaam in een C-vorm. De schade is te herkennen aan afgebroken, maar nog aanhangende knoppen die spoedig zullen verwelken.

Levenswijze. Volwassen aardbeibloesemkevers zijn in winterrust tot eind april. Ze worden actief bij warm, zonnig weer. Ze voeden zich met blad, maar ook met bloemen. Van mei tot september kan eileg plaatsvinden, de temperatuur moet wel boven de 18°C zijn. De kever legt één ei per bloemknop en een vrouwtje kan 25 tot 30 eieren leggen. Het vrouwtje boort een ongeopende bloemknop aan en legt daar haar ei in. Vervolgens kruipt ze een eindje langs de bloemsteel naar beneden en maakt daar een ring van kleine gaatjes. Het gevolg is dat de bloemknop verwelkt, gaat hangen en soms afvalt. In vijf á zes dagen ontwikkelt het ei zich tot larve. De larve vreet de hele bloemknop leeg. In twee weken is hij voldoende gegroeid en vindt de verpopping plaats. Na nog eens twee weken verschijnt de nieuwe generatie aardbeibloesemkevers. Deze voeden zich enkele weken met bladeren of bloemen en zoeken dan een schuilplaats onder dood blad, of ander droog en ruw materiaal waar ze in rust gaan tot het volgende voorjaar. De oude generatie blijft tot in september actief en eileg kan tot die tijd plaatsvinden.

Maatregelen. In kassen en tunnels kunnen de mogelijkheden voor overwintering geminimaliseerd worden door dode bladeren en stengels te verwijderen en de ondergrond schoon te houden. Meestal is een bestrijding niet nodig. Wanneer toch bestreden moet worden, dan kan dat het beste voor de bloei gebeuren op de eerste verschijnende kevers.

Gewasbeschermingsmiddelen