Meeldauw, Biet, Suikerbieten

Erysiphe betae of Perenospora farinosa

Herkenning. Op biet komt zowel de echte meeldauw (Erysiphe betae) als de valse meeldauw (Perenospora farinosa) voor. De echte meeldauw vormt op het blad een wit poeder, vooral op de bladeren uit het hart van de plant. Valse meeldauw geeft een paarsachtige donslaag op de onderkant van de bladeren, die in een later stadium ook aan de bovenkant van de bladeren zichtbaar wordt. Symptomen van valse meeldauw zijn vooral op de hartbladeren zichtbaar. Meestal gaat het in de bieten om echte meeldauw.

Levenswijze. Zoals veel schimmelziektes houdt meeldauw van een hoge RV en hogere temperaturen. Lang vochtig blijven van een gewas, bijvoorbeeld achter een bossage of een houtwal, werkt meeldauw in de hand. Echte meeldauw treedt vooral in het tweede deel van het groeiseizoen op bij hogere temperaturen en een hoge RV. Valse meeldauw kan gedurende het hele groeiseizoen optreden en breidt zich ook bij lagere temperaturen uit.

Maatregelen. Voor de bestrijding van echte meeldauw zijn een aantal chemische middelen toegelaten, die vanaf het optreden van de eerste verschijnselen kunnen worden ingezet. Vanaf begin juni moet je je gewas regelmatig op verschijnselen van bladziekten waaronder meeldauw, controleren.

Gewasbeschermingsmiddelen