Papiervlekkenziekte

Phytophthora Porri

Herkenning. Aanvankelijk onregelmatige waterige grijsachtige vlekken die vervolgens kunnen opdrogen tot witte vlekken die papierachtig aanvoelen. Bij ernstige aantasting kunnen de vlekken groot zijn en zowel op het loshangende blad als op de schacht voorkomen. Het kan ook aan de bladtopjes voorkomen. Vooral bij vochtig weer laat de schimmel door een donkergroene waterige rand rondom de opgedroogde vlek zien dat ze nog levenskrachtig is. De besmettingskans is het grootst wanneer het gewas lang nat blijft, omdat de schimmel vocht nodig heeft om de plant te kunnen infecteren. Indien de omstandigheden gunstig zijn, worden de witte vlekken op de bladeren na 14 dagen zichtbaar.

Levenswijze. Papiervlekkenziekte wordt vooral in de herfst- en vroege winterprei aangetroffen, maar late winterprei kan ook in het vroege voorjaar worden aangetast. De optimumtemperatuur ligt tussen 12 en 22°C. De schimmel blijft als oöspore (eispore) in de grond achter en kan nieuw geplante prei door sporulatie vanuit de grond aantasten. Aangenomen wordt dat dit door sporen gebeurt die via opspattend water of opwaaiende gronddeeItjes op de prei terecht komen. Ook kan door direct contact van het blad met de grond aantasting ontstaan. Eenmaal op de plant aanwezig, hebben de sporen water nodig voor hun ontwikkeling.

Maatregelen. De gevoeligheidsverschillen tussen de gangbare rassen zijn, indien ze al bestaan, klein. Dezelfde schimmel wordt ook op ui aangetroffen. Omdat de schimmel de prei (vooral) vanuit de grond aantast, wordt ter bestrijding de grond wel afgedekt. Het meest effectief daartoe is een strodek. Dit moet op tijd worden aangebracht, dat wil zeggen 6 weken na het uitplanten in een hoeveelheid van 6-8 ton bij grof stro en 10-12 ton per ha indien het stro fijn/gehakseld is. Dit is een dure methode en de kans op vorstschade neemt toe. Voor chemische bestrijding zou eigenlijk preventief gespoten moeten worden, maar dat is alleen noodzakelijk wanneer de weersomstandigheden vochtig blijven. Daar dat niet van tevoren vast staat, kan gewacht worden tot de kansen op aantasting zeer groot worden of reeds een eerste aantasting optreedt.

  • Goed doorgroeiende prei is minder vatbaar voor papiervlekken.
  • Goede vruchtwisseling kan schade door ziekte beperken.
  • Geen gewasresten, schoningsafval, terugrijden naar percelen waar later weer prei wordt geteeld.
  • Minder diep planten en later aanaarden.

Gewasbeschermingsmiddelen