Roest, Bonen en erwten

Uromyces viciae-fabae (Uromyces appendiculatum)

Herkenning. De meest bekende sporen zijn de roestbruine zomersporen, die als roestbruine pukkels op de bladeren zichtbaar zijn zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde van het blad. Deze sporen kunnen op hun beurt gezonde plantedelen infecteren. Eerst ontstaan er lichte vlekjes op het blad en aan de onderzijde van het blad staan witte `bekertjes' in een kring; daarna lichtbruine en later donkerbruine sporenhoopjes zowel op de bladeren als op de stengels en peulen.

Levenswijze. Deze roest is niet waardplantwisselend, zodat alle sporenvormen op de bonenplant worden gevormd. Deze sporen kunnen op hun beurt gezonde plantedelen infecteren. Tegen het einde van de groei periode worden de bruinzwarte wintersporen gevormd, die op plantenresten in de grond achterblijven en in het voorjaar weer een nieuw gewas kunnen infecteren. Voor infectie is minimaal 10 uur vrij vocht en 18-300C nodig.

Maatregelen. Chemische bestrijding is niet mogelijk. Een ruime vruchtwisseling beperkt de aantasting.