Valse meeldauw, Erwt

Peronospora viciae f. sp. pisi

Herkenning. Bovenop vertoont het blad geelwitte, later meer bruingele vlekken. Deze primair aangetaste planten sterven vaak al voor de bloei af en leveren dus geen opbrengst. Bovendien vormen ze een infectiebron voor het gehele perceel. De sporen worden over het hele perceel verspreid en kunnen voor secundaire infecties zorgen. Bij de secundair aangetaste planten kan de aantasting een groot deel van het blad bedekken en zich ook verspreiden over stengels, bladstelen en peulen. De zaden van aangetaste peulen blijven kleiner.

Levenswijze. Valse meeldauw is een schimmel die in de grond aanwezig kan zijn met ruststructuren. Overgang van de ziekte via het zaaizaad is tot nu toe niet aangetoond. Wanneer in de grond rustsporen aanwezig zijn, kunnen de kiemende erwtenplantjes aangetast worden (primaire aantasting). De aangetaste erwtenplant wordt geheel doorgroeid door de schimmel. Al vroeg in het seizoen kan de in het blad woekerende schimmel sporendragers vormen. Aan de onderkant van het blad vormt zich dan een grijs-violet schimmelvilt.

Maatregelen. In de aangetaste weefsels van de secundair geïnfecteerde planten vormt de schimmel op een gegeven moment weer dikwandige rustsporen. Deze sporen blijven met de gewasresten op het veld achter en komen in de grond terecht. Hier kunnen ze ook na tien jaar of langer nog voor primaire infecties zorgen. Bestrijding van valse meeldauw via een gewasbespuiting is niet mogelijk en tot nu toe ook niet nodig gebleken. Wel is het mogelijk om via een zaaizaadbehandeling de jonge erwtenplantjes te beschermen tegen een primaire infectie vanuit de grond. Er zijn verschillen in gevoeligheid tussen rassen gevonden.

Gewasbeschermingsmiddelen