Duizendpoten

Chilopoda

Herkenning. Duizendpoten (Chilopoda) zijn een klasse de veelpotigen (Myriapoda), waartoe ook de miljoenpoten behoren. Er zijn in Nederland zo'n 40 verschillende soorten. Duizendpoten hebben een langwerpig en afgeplat lichaam met een kop en een lang achterlijf dat bestaat uit vele op elkaar gelijkende segmenten. Elk segment heeft één paar poten, waarmee ze zich snel voort kunnen bewegen (miljoenpoten hebben 2 paar poten per segment). De kop van een duizendpoot draagt twee grote en duidelijk zichtbare voelsprieten die een tastfunctie hebben. Het zijn snelle en felle jagers op andere kleine diertjes. Overdag zitten ze meestal verstopt onder stenen, rottend hout of schors. Bekende soorten zijn de Gewone steenloper (Lithobius forficatus); deze duizendpoot is roodoranje van kleur, heeft 15 paar poten (als ze volwassen zijn) en wordt 18 tot 30 mm lang. Deze soort zit overdag onder stenen of schors en is een geduchte jager. De Gele aardkruiper (Geophilus flavus, vroeger G. longicornis) is zeer lang en geel van kleur, 50 tot 60 paar poten, antennes zeer lang, en leeft ondergronds. De Grote aardkruiper (Stigmatogaster subterraneus) is nog langer dan vorige soorten en kan tot 7 cm lang worden met 75 tot 85 paar poten. Ze leeft in de grond of in een strooisellaag.

Levenswijze. Duizendpoten hebben kleine puntogen waarmee ze niet scherp zien. Aan de voorzijde van de kop zijn de gifkaken zichtbaar. Hiermee injecteert de duizendpoot zijn prooi met gif, waarna deze sterft. Ze eten kleine ongewervelden als insecten, slakken en wormen, maar ook andere prooien als pissebedden en spinnen worden gegeten. Nederlandse soorten zijn ongevaarlijk maar kunnen wel bijten, de beet voelt aan als een wespensteek. Duizendpoten zijn gevoelig voor droogte, waardoor ze vaak 's nachts of na regen pas actief worden. Er zijn maar weinig andere dieren die met duizendpoten verward kunnen worden. Sommige miljoenpoten (Polydesmus - soorten) hebben een afgeplat lichaam en een aantal rovende keverlarven hebben net als duizendpoten een zware bepantsering met meerdere segmenten waardoor ze moeilijker van duizendpoten zijn te onderscheiden. Vijanden van duizendpoten zijn grotere roofinsecten als loopkevers, amfibieën en met name vogels.

Toepassing. Vrijwel alle duizendpoten zijn nuttige dieren omdat ze aan planten knagende dieren opeten. In akkerranden worden meestal geen grote aantallen gevonden. Misschien omdat daar weinig schuilplaatsen zijn. In bosjes en houtwallen zijn duizendpoten talrijker. Als natuurlijke vijand spelen zij in de landbouw een bescheiden rol.