Kastanjebloedingsziekte

Pseudomonas syringae pv. aesculi

Herkenning. Het meest in het oogspringend symptoom van de kastanjebloedingsziekte, is het uittreden van stroperige bruine vloeistof uit de bast in het begin van het groeiseizoen, waaraan de ziekte zijn naam te danken heeft. Deze vloeistof droogt later in. Op de bast blijven dan  een soort korstvormige roestvlekken achter. Onder de bloedingsplaatsen sterft het weefsel af en treedt rotting op. Na verloop van tijd verschijnen er scheuren in de bast. Bastdelen met scheuren zijn gemakkelijk van de stam te trekken. De aantasting leidt tot baststerfte en bij ernstige aantasting tot sterfte van de boom. In 2002 kwamen de eerste symptoommeldingen binnen en in 2004 waren veel paardenkastanjebomen in het land aangetast. In 2006 werd de veroorzaker van de ziekte geïdentificeerd als de bacterie Pseudomonas syringae pathovar aesculi. .

Levenswijze. Er is nog weinig bekend over de achtergronden van deze bacterie. Er wordt onderzoek gedaan naar:

  • de wijze waarop de bacterie de boom infecteerd, hoe de bacterie zich verspreidt in de boom.
  • de invloed van stressfactoren, die een boom verzwakken en daardoor infectie mogelijk maken. Onder andere wordt gekeken of de aantasting door de kastanjemineermot een mogelijke factor is, maar ook de invloed van slechte groeiplaats en droogte stess worden onderzocht.
  • er wordt onderzoek gedaan naar afweermechanismen. Er is verschil in vatbaarheid tussen de verschillende cultivars.
  • er wordt onderzoek gedaan naar bestrijdingsmogelijkheden o.a. door het toepassen van wondafdekmiddelen en producten, die op aangetast plekken kunnen worden aangebracht.
  • uit recentelijk laboratorium onderzoek  blijkt dat de bacterie gevoelig is voor warmte. Bij een temperatuur hoger dan 39°C. groeit de bacterie niet meer.In de praktijk wordt de 'warmtetherapie' getest op zieke bomen en de resultaten zijn veelbelovend. Verder wetenschappelijk onderzoek is noodzakelijk om een effectieve behandeling te ontwikkelen.