Katoenluis

Aphis gossypii

Kenmerken
De lichaamskleur van de ongevleugelde exemplaren verschilt sterk – van lichtgeel (citroengeel) tot licht- of zelfs zwartgroen – en is afhankelijk van de temperatuur, het voedsel en de populatiedichtheid. De katoenluis is een ronde luis van 0,9 – 1,8 mm groot. De grotere exemplaren zijn meestal donkergroen tot zwartgroen en de kleinere vaak geel tot crèmekleurig. De ogen van deze luizensoort zijn rood. De soort heeft gen voorhoofdknobbels en de antennen zijn vrij kort: 0,7 x de lichaamslengte. De katoenluis onderscheidt zich van andere in Nederland voorkomende bladluizen door de kleur van de sifonen (de twee uitsteeksels op het achterlijf). Ongeacht de lichaamskleur zijn deze bij de katoenluis altijd zwart. Overigens zijn de sifonen kort (0,2 x de lichaamslengte) en enigszins toelopend. De cauda is kort, licht van kleur en tongvormig met 4 – 7 haren. De luis heeft korte poten. De gevleugelde exemplaren zijn 1,1 – 1,8 mm groot. De kop en het borststuk zijn zwart van kleur; het achterlijf is daarentegen geel- tot donkergroen

Gewasbeschermingsmiddelen