AtlantisVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenMeld foutenMeld fouten

Toepassingsvoorwaarden
Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.
Bij percelen grenzend aan oppervlaktewater mag het middel uitsluitend worden toegepast wanneer gebruik wordt gemaakt van:
- driftarme spuitdoppen in combinatie met een teeltvrije zone van 1,30 meter;
- minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen;
- driftarme spuitdoppen in combinatie met luchtondersteuning;
- driftarme spuitdoppen bij een verlaagde spuitboomhoogte (30 cm boven de top van het gewas)
- driftarme spuitdoppen in combinatie met het Släpduk systeem

Volggewassen
Na de oogst van het behandelde gewas kunnen in een normale vruchtopvolging in de herfst wintergranen, koolzaad en groenbemesters worden geteeld. In het volgende voorjaar kunnen zomergranen, suikerbiet, aardappel, maïs, wortel en peulvruchten veilig worden geteeld.
Voor de zaai van kruisbloemige groenbemesters en koolzaad dient een kerende grondbewerking te worden uitgevoerd.

Vervanggewassen
Bij herinzaai na het mislukken van de teelt kunnen zomertarwe, stamslaboon, bruine boon, wortel en maïs als vervanggewassen worden geteeld. Hierbij kan enige gewasreactie optreden.

Resistentiemanagement
Dit middel bevat de werkzame stoffen mesosulfuron-methyl en iodosulfuron-methyl-natrium.
Mesosulfuron-methyl en iodosulfuron-methyl-natrium behoren tot de sulfonylureum verbindingen. De Hrac code is B.
Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen op te volgen die in de voorlichtingsboodschappen worden gegeven.