Fubol GoldVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenMeld foutenMeld fouten

Gebruiksaanwijzing
Het gebruik in de onbedekte teelt van druif en de onbedekte teelt van aromatische kruidgewassen is beoordeeld conform de ‘vereenvoudigde uitbreidingsprocedure’. Er is voor deze toepassingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitsonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker.

Wettlijk gebruiksvoorschrift
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel
a. in de teelt van consumptie- en zetmeelaardappel;
b. in de onbedekte teelt van druif;
c. in de teelt van zaaiui, 2e jaars plantui, zilverui, picklers en sjalotten;
d. in de onbedekte teelt van sla (met uitzondering van veldsla);
e. in de onbedekte teelt van aromatische kruidgewassen;
f. in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen (met uitzondering van laanbomen) toe te passen met maximaal 2,25 kg middel per ha;
g. in de onbedekte teelt van Helichrysum toe te passen met maximaal 2,25 kg middel per ha.
Bij de interpretatie van wat valt onder bovengenoemde teelten is uitgegaan van de Definitielijst toepassingsgebieden gewasbeschermingsmiddelen, versie 2.0 juni 2011. Gebruik van dit middel in  grondwaterbeschermingsgebieden is niet toegestaan in de teelt van boomkwekerijgewassen, Helichrysum, sla, aromatische kruiden en druiven. Om de vogels te beschermen is in de teelt van zaaiuien, 2e-jaars plantuien, picklers, zilveruien en sjalotten toepassing voor BBCH 40 (wanneer knol- of bolvorming begint) uitsluitend toegestaan indien een interval van minimaal 10 dagen tussen de toepassingen in acht wordt genomen. 

Om de vogels te beschermen is in de teelt van boomkwekerijgewassen en Helichrysum toepassing voor BBCH 50 (vanaf het verschijnen van de bloemknoppen) uitsluitend toegestaan indien een interval van minimaal 14 dagen tussen de toepassingen in acht wordt genomen. Om in het water levende organismen te beschermen is de toepassing van het middel in boomkwekerijgewassen op percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien de bespuiting naar beneden gericht is. Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de onbedekte teelt van druiven op percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gebruik gemaakt wordt van een van de onderstaande maatregelen: Tunnelspuit; Windhaag op de rand van het rijpad en eenzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel; Venturidop en eenzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel; Wanner spuit met reflectiescherm en Venturidop (Lechler ID 90-015C). Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Resistentiemanagement
Om resistentieopbouw te voorkomen dit product of andere producten die metalaxyl-M of verwante stoffen bevatten, niet vaker gebruiken dan drie maal per seizoen. 

Aanbevelingen
Maatregelen ter voorkoming van oppervlaktewaterverontreiniging
“Gewasbeschermingsmiddelen horen niet thuis in water”
Om waterleven te beschermen en omdat oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding gebruikt kan worden is het van groot belang emissie naar het oppervlaktewater te voorkomen. Syngenta raadt daarom aan de volgende maatregelen te nemen: Respecteer de verplichte maatregelen in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) zoals de voorgeschreven driftreducerende maatregelen en teeltvrije zones.  Raadpleeg de “Toolbox Emissiebeperking” op www.toolboxwater.nl ofwww.activiteitenbesluitagrarisch.nl voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken. Spuitapparatuur gebruikt in onbedekte teelten dient overdekt gestald te worden en gereinigd op een was- en spoelplaats met (vloeistofdichte) opvangmogelijkheid. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen, die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden, in een Heliosec (of gelijkwaardig alternatief) om onnodige milieubelasting te voorkomen.