Akkermunt

Mentha arvensis

Herkenning. Akkermunt is een overblijvende soort. De bloeitijd duurt van juli tot en met september. Ze wordt ongeveer 20 tot 40 cm en vormt ondergrondse uitlopers. De stengels kunnen liggen of rechtop staan en zijn behaard. Aan het eind zit een bosje kleine blaadjes. De bladeren hebben de karakteristieke 'muntgeur', zijn tot 6 cm lang en gesteeld, meestal eirond of soms vrij langwerpig. De bloemen groeien in schijnkransen in de bladoksels. Ze zijn paars, soms roze tot bijna wit en 4 tot 8 mm groot. Het zaad is een vierdelige splitvrucht.

Levenswijze. Zij komt voor op vrijwel alle grondsoorten; op zonnige tot half beschaduwde, open tot grazige plaatsen en op vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond. Vindplaats: waterkanten, grazige bermen, greppels, drassig grasland, afgeplagde plekken in drassige heide op leem, droogvallende oevers van vennen, langs natte loofbospaden en in akkers en moestuinen.

Maatregelen. De plant overleeft via de uitlopers. Er is tot nu toe weinig bekend over de effecten van mechanische onkruidbestrijding op de hergroei van deze soort. Bewerkingen waarbij de wortelstokken klein gemaakt worden (kleiner dan 2,5 cm) en/of diep (meer dan 15 cm) worden ondergewerkt lijken effectief (Riemens en van der Weide, 2008). De volgende herbiciden gaven in bieten in een mix een redelijk bestrijdingsresultaat: Dual Gold, Frontier Optima of Safari in combinatie met fenmedifam en ethofumesaat. De soort is ook gevoelig voor Roundup (Riemens en van der Weide, 2008). Ally al dan niet in combinatie met Verigal D en/of Starane 200 of Artus kunnen in granen ook een goed resultaat geven. Titus  werkt ook tegen akkermunt.

Gewasbeschermingsmiddelen