Bijvoet

Artemisia vulgaris

Herkenning. Overblijvende plant tot 150 cm hoogte met onaangenaam geurende bladeren en bloemen. De stengels zijn opstaand, erg taai, rood aangelopen en dicht bebladerd. De bladeren zijn donkergroen van boven en zilverwit aan de onderkant, De onderste bladeren zijn 1 - 2 maal geveerd, veerdelig, met gelobde en getande delen. De bovenste bladeren zijn veerspletig met gaafrandige delen. In de bloeiwijze staan enkelvoudige lancetvormige blaadjes. De zeer kleine wit/gelige tot roodbruine bloemen staan in een langgerekte dichte pluim. De bijvoet bloeit van juli tot in oktober.

Levenswijze. Bijvoet is een overblijvende plant. Het gedraagt zich als zaadonkruid en wortelonkruid en kiemt het hele jaar rond. Ze wordt wel gebruikt als geneeskrachtig kruid. Oorspronkelijk afkomstig uit Azië. De planten komen voor op verstoorde plaatsen, op braakliggende terreinen, stortplaatsen, bossen en langs wegen. Het is een gidssoort voor een zeer voedselrijke, vochtige bodem.

Gewasbeschermingsmiddelen