Doornappel

Datura stramonium

Herkenning. Doornappel is een eenjarige soort. Ze bloeit van juni tot en met september. De hoogte varieert van 15 cm tot 1 meter. Karakteristiek voor de plant zijn de stinkende bladeren. Deze worden 10 tot 20 cm lang en zijn vrijwel kaal, eirond tot elliptisch, spits en hebben meestal forse tanden. De bloemen zijn wit van kleur, zelden licht paars. Ze groeien in de bladoksels op korte stelen en worden 5 tot 10 cm lang, zijn trechtervormig met 5 spitse slippen. Zij vormt een rechtopstaande, stekelige, eivormige doosvrucht van 3½ tot 7 cm lang. De zaden zijn plat. Zowel de plant als de zaden zijn zeer giftig.

Levenswijze. Het is een warmteminnende plant, die voor komt op droge, voedselrijke, omgewerkte, vaak kalkhoudende grond (zand, leem, zavel en stenige plaatsen).  Ze is te vinden in: moestuinen, akkers, duinen, nieuwe bermen, hellingen, braakliggende grond, plantsoenen, ruderale plaatsen, zand- en grindstrandjes langs rivieren, stortterreinen en puin- en afvalhopen. In Nederland is zij vrij zeldzaam en komt het meest voor in het rivierengebied, in de Hollandse en Zeeuwse duinen en in een stedelijke omgeving.

Gewasbeschermingsmiddelen