Fioringras

Agrotistis stolonifera

Herkenning. Het is een overblijvende soort en vormt niet of nauwelijks wortelstokken. Ze bloeit van juni tot en met september en wordt 8 tot 60 cm hoog. De plant vormt lange bovengrondse uitlopers, welke wortelen op de knopen. Dit worden pollen of matten. Het blad is 2 tot 5 mm breed. Het tongetje wordt tot 6 mm lang, is min of meer driehoekig en minstens even lang als breed. De pluim is smal kegelvormig en wordt 1 tot 10 cm lang. De bloemen zijn meestal bleek, witachtig of groenig tot iets paarsbruin.

Levenswijze. Fioringras komt voor op zonnige tot licht beschaduwde, open tot grazige plaatsen op vochtige tot natte, matig tot zeer voedselrijke, zure tot kalkrijke grond en in ondiep, zeer voedselrijk water. Zowel in zoet als in zilt milieu.  Ze is zowel in Nederland als in België algemeen voorkomend.