Melganzenvoet

Chenopodium album

Herkenning. Melganzenvoet is een van de meest voorkomende bouwlandonkruiden, maar kan ook in plantsoenen tot ontwikkeling komen. Melganzenvoet groeit op alle grondsoorten en kiemt vanaf april tot ver in de zomer. De plant kan tot een meter hoog worden en kan een grote hoeveelheid zaden voortbrengen. Vanaf juni bloeit deze meldesoort. Door bevriezing tijdens de eerste nachtvorsten verdwijnt de plant. Kenmerken voor alle ganzenvoetsoorten is de witachtige verkleuring vooral op de jonge bladeren, dat er uitziet alsof er poedersuiker op het blad is gestrooid. De jonge hartbladeren in de kop van de plant hebben vaak een rood-paarse verkleuring. Vergeleken met de uitstaande melde heeft de melganzenvoet naar verhouding een kortere bladsteel en meer troffelvormige bladeren. De stengel is vaak rood aangelopen en de plant vertakt minder snel dan de uitstaande melde.

Levenswijze. Melganzenvoet is een eenjarig zaadonkruid dat in het voorjaar kiemt. De voorjaarsontwikkeling van ganzenvoetsoorten kan bij goede groeiomstandigheden zeer snel verlopen, waardoor dit onkruid in staat is een kiemend gewas volkomen te overwoekeren. Aangezien veel agressieve onkruiden voorjaarskiemers zijn, is de onkruidontwikkeling bij inzaai in de herfst van bijvoorbeeld grasland, gazons, sportvelden en granen aanzienlijk minder dan bij inzaai in het voorjaar. Meldesoorten hebben een snelle beginontwikkeling en kunnen een in het voorjaar ingezaaid cultuurgewas behoorlijk beconcurreren. Melde is een pionier en kan zich alleen handhaven dank zij grondbewerkingen. Op onberoerde grond en in grasland komt deze plant niet tot ontwikkeling. In ecologisch beheerd groen is deze plant meestal niet problematisch.

Maatregelen. De melganzenvoet is in een droge periode uitstekend mechanische te bestrijden door middel van eggen, schoffelen en aanaarden. Hoe kleiner het plantje, deze te gevoeliger voor eggen, dus bij voorkeur in witte dradenstadium of in het stadium van gestrekte kiemlobben. Melganzenvoet is gevoelig voor een groot aantal bodemherbiciden, contactmiddelen en groeistoffen die in verschillende gewassen worden toegepast. 

Gewasbeschermingsmiddelen