Pinksterbloem

Cardamine pratensis

Herkenning. Na kieming vormt de pinksterbloem een bladrozet waaruit in het voorjaar de bloemstengels te voorschijn komen. De rozetbladeren zijn samengesteld en hebben een grote eindlob. De plant bloeit van april tot in juni. Aan de bloeistengels treft men net als bij andere kruisbloemigen in de top de knoppen, daaronder de bloempjes en onderaan de hauwtjes of zaaddoosjes aan.

Levenswijze. Pinksterbloemen zijn overblijvende planten die zich door zaak verspreiden. Ze komen vooral voor op minder intensief beheerde en vochtige grasland percelen en in slootkanten en greppels. De plant kan massaal voorkomen en daardoor de percelen en slootkanten paarswit kleuren. Pinksterbloemen zijn waardplant voor een aantal vlinders waaronder het oranjetipje. Pinksterbloemen veroorzaken weinig schade en hebben een grote landschappelijke waarde. Bestrijding is dan ook niet noodzakelijk.