Vergeet-me-nietje

Er zijn vele soorten vergeet-mij-nietjes. In Nederland komen zeven soorten voor. In veel gevallen zijn ze na bloei bedekt met een meeldauwschimmel. De stengels zijn hoekig en dicht bezet met blaadjes. De gehele plant is fijn, dicht behaard. De blaadjes zijn lang en smal en zittend. De blaadjes staan scheef omhoog. De bladvoet loopt door tot het volgende blad. De hoofdnerf is gegroefd. De bloempjes zijn rond, klein tot 4 - 8 mm en meestal blauw met een geelwit hartje en vaak roze afbloeiend. De top van de bloem is meestal opgerold. Het zijn eenjarige of tweejarige of overblijvende planten. De kiemlobben zijn vrijwel rond, bijna zittend, lichte, stompe, ingesneden top, sterk behaard. De groeiplaats is afhankelijk van de soort. Op vochtige plaatsen komen zodevergeet-mij-nietje en het moerasvergeet-mij-nietje voor. Op akkers en graslanden met een goede structuur komen het veelkleurig Vergeet-mij-nietje en het middelst vergeet-mij-nietje voor. Het akkervergeet-mij-nietje is een gidssoort voor een matig voedselrijke, droge tot vochthoudende bodem.