Wilde haver

Herkenning. Wilde haver of oot is een eenjarige plant en wordt 30 tot 90 cm hoog. Zij bloeit van juni tot en met augustus. Wilde haver of oot is een eenjarige plant en wordt 30 tot 90 cm hoog. Zij bloeit van juni tot en met augustus. Zij lijkt sterk op cultuurhaver en onderscheidt zich van cultuurhaver door zijn lange kafnaalden en vaal zwarte kafpuntjes. Typische kenmerken zijn de beharing van de schede van de onderste bladeren en de geknikte kafnaald (vooral van de rijpere zaden). De zaden vallen bij vruchtrijpheid allen afzonderlijk uit het aartje.  Bij het aanverwante graangewas haver (A. sativa) vallen de zaden bij rijpheid niet uit, maar breken pas af bij dorsen (Ned. Oecologische flora)

Levenswijze. Wilde haver heeft een voorkeur voor een gematigd koel klimaat en een vochtige bodem. Zij komt voor op zware en/of leemachtige kleigronden en op de volgende plaatsen; in zomergranen en koolzaad, op braak land, langs de kant van de weg en op onontgonnen terreinen. Zij kiemt in het voorjaar vaak na een bewerking en krijgt een kans in gewassen die na de winter worden gezaaid of in wintergranen waar in het vroege voorjaar onkruidbestrijding heeft plaatsgevonden. Wilde haver is een lastig onkruid door de levensduur van het zaad en de snelle vermeerdering. Het is met name schadelijk in de teelt van granen en graszaden. Haar voorkomen op en neer gegaan met de verbouw van zomergranen. De laatste tijd lijkt het geen probleemonkruid meer te zijn. Het Productschap Akkerbouw wil de vermeerdering en verspreiding toch voorkomen en heeft daarom en verordening uitgevaardigd.  Hierin staat dat wilde haver verwijderd en vernietigd moet worden voordat het zaad uitvalt doch vóór 1 juli in Zuid-Nederland en 15 juli in Noord-Nederland.