Callisto

Fabrikant
SYNGENTA
Geregistreerd tot
2024-02-01
Registratienummer
12204 N
Actieve materialen
Links

Wettelijk gebruiksvoorschrift
Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden (zie toepassingsvoorwaarden). Het gebruik in de teelt van maïs tegen knolcyperus, suikermaïs, vezelgewassen, koolzaad, oliehoudende zaden met uitzondering van koolzaad, graszaadteelt met uitzondering van Engels raaigras, graszodenteelt, olifantsgras, sorghum, bloemenzaadteelt en ter bestrijding van knolcyperus op tijdelijk onbeteeld land, is op basis van een “derdenuitbreiding” en is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Deze “derdenuitbreiding” is aangevraagd door de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker.

Toepassingsvoorwaarden
Behandeld gras, graszaad en producten van behandelde vezelgewassen niet voor dierlijke consumptie bestemmen. Bij het mislukken van een maïsteelt kunnen in hetzelfde jaar vooralsnog alleen maïs of raaigras worden ingezaaid na een oppervlakkige grondbewerking. Na een kerende grondbewerking kunnen in het voorjaar volgend op de toepassing van Callisto alle gewassen worden gezaaid. Echter onder ongunstige omstandigheden zoals bij een slechte bodemstructuur en/of een droge koude winter, wordt afgeraden bieten, erwten, bonen, koolgewassen en groenten (o.a. spinazie en sla) te telen in het eerste jaar nadat Callisto is toegepast. Onder ongunstige omstandigheden (o.a. een lage temperatuur) en een trage groei van het gewas kan er een tijdelijke geel/witverkleuring van het gewas optreden. Dit verdwijnt na enkele weken en heeft geen effect op de opbrengst. Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing in vezelgewassen, graszaadteelt m.u.v. Engels raaigras, graszodenteelt, olifantsgras, sorghum en tijdelijk onbeteeld terrein met een teeltverbod vanwege knolcyperus, uitsluitend toegestaan wanneer gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen: minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen met een kantdop in combinatie met luchtondersteuning; minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen met een kantdop; minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met luchtondersteuning.

Maatregelen ter voorkoming van oppervlaktewaterverontreiniging
“Gewasbeschermingsmiddelen horen niet thuis in water”

Om waterleven te beschermen en omdat oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding
gebruikt kan worden is het van groot belang emissie naar het oppervlaktewater te
voorkomen. Syngenta raadt daarom aan de volgende maatregelen te nemen. Respecteer de verplichte maatregelen in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) zoals de voorgeschreven driftreducerende maatregelen en teeltvrije zones. Raadpleeg de “Toolbox Emissiebeperking” op www.toolboxwater.nl ofwww.activiteitenbesluitagrarisch.nl voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken. Spuitapparatuur gebruikt in onbedekte teelten dient overdekt gestald te worden en gereinigd op een was- en spoelplaats met (vloeistofdichte) opvangmogelijkheid. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen, die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden, in een Heliosec (of gelijkwaardig alternatief) om onnodige milieubelasting te voorkomen.

Algemeen
Callisto is een contactherbicide met een systemische werking. Het middel wordt voornamelijk opgenomen door het blad, maar heeft ook een werking via de grond. Callisto is werkzaam tegen de meeste eenjarige tweezaadlobbige onkruiden, zoals melganzevoet, perzikkruid, zwarte nachtschade en vogelmuur. Verder worden hanepoot en harig vingergras bestreden. Jonge onkruiden zijn het meest gevoelig voor Callisto. Gewassen. Maïs: Callisto dient te worden toegepast na opkomst van het gewas, in het 2 tot 8 bladstadium.

Schoonmaken van de spuitapparatuur
Onvoldoende schoongemaakte spuitapparatuur kan schade veroorzaken als na een bespuiting met Callisto de spuitapparatuur wordt gebruikt in een ander gewas dan maïs. Leeg daarom de tank volledig na gebruik en spoel een aantal keren de spuit op het veld met water door. Indien dit op het erf gebeurt voorkom dan erfafspoeling richting oppervlaktewater of riool.

Voorkom drift.

Geregistreerd voor culturenBeoordeel
Maïs1 - 1.5 l
Sorgho1 - 1.5 l