Centurion PlusVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenMeld foutenMeld fouten

Introductie

Met CENTURION PLUS hebben telers een sterke troef in handen tegen eenjarige grassen en kweek. De werkzame stof clethodim is zeer effectief tegen deze grassen in verschillende akkerbouw- en tuinbouwgewassen, bloembollen en boomkwekerij.

Toepassingsvoorwaarden
In de teelt van zonnebloem (oliehoudende zaden), vezelgewassen, lupine (groenbemester), witlof (pennenteelt) en cichorei het middel tegen straatgras toepassen in 150-240 liter water per ha.
In de teelt van droog te oogsten erwten, droog te oogsten bonen, sojaboon, pastinaak, knolraap, koolraap, aardpeer, japanse aardappel, rode biet en knolselderij het middel toepassen in 150-400 liter water per ha.
In de teelt van droog te oogsten erwten alleen toepassen tot BBCH 39 (voor de eerste bloemknoppen zichtbaar zijn).
In de teelt van droog te oogsten bonen m.u.v. sojaboon alleen toepassen tot BBCH 29 (voor de eerste bloemknoppen zichtbaar zijn).
In de teelt van sojaboon, aardpeer en Japanse aardappel en tegen straatgras in zonnebloem alleen toepassen tot BBCH 19 (9 bladeren ontvouwen).
In de teelt van rode biet alleen toepassen tot BBCH 33 (30% bodembedekking door het gewas)
In de teelt van bloemkoolachtigen het middel toepassen voor BBCH 41 (voordat de oogstbare delen (bloemkool of broccoli) worden gevormd).
Behandeld lijnzaad niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen en/of in de handel brengen.
Behandelde vezelgewassen niet voor dierlijke consumptie bestemmen.
Toepassing van het middel in karwij is alleen toegestaan voor productie van karwij als oliehoudend zaad (niet als kruidenzaadgewas).
Om niet tot de doelsoorten behorende insecten/geleedpotigen en terrestrische planten te beschermen is toepassing van het middel met een dosering groter dan 1 L/ha tot maximaal 2 L/ha, uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:
- een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5, of
- een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 150 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens), of
- een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 225 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens), of
- een veldspuit met verlaagde spuitboom en luchtondersteuning in combinatie met spuitdoppen met druppelgrootte M met een tophoek van maximaal 90° en een kantdop van tenminste druppelgrootte M en een spuitdopafstand van 25 cm en spuitdophoogte van maximaal 30 cm, of
- een veldspuit met sleepdoeksysteem in combinatie met spuitdoppen van tenminste DRD 50% en een bijbehorende driftarme kantdop bij een spuitdophoogte van maximaal 20 cm, of
- een overkapte beddenspuit in combinatie met spuitdoppen van tenminste druppelgrootte M en een kantdop aan beide kanten van de spuit met tenminste druppelgrootte M, of
- een veldspuit met Hardi Twin Force luchtondersteuning in combinatie met spuitdoppen van tenminste DRD 75% en bijbehorende kantdop van tenminste
DRD 75% bij een rijsnelheid van maximaal 12 km/uur.
Alleen geldend voor de teelt van uien:
- een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 125 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens).
Om niet tot de doelsoorten behorende insecten/geleedpotigen en terrestrische planten te beschermen is toepassing van het middel met een dosering groter dan 2 L/ha uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:
- een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5, of
- een veldspuit met verlaagde spuitboom en luchtondersteuning in combinatie met spuitdoppen met druppelgrootte M met een tophoek van maximaal 90° en een kantdop van tenminste druppelgrootte M en een spuitdopafstand van 25 cm en spuitdophoogte van maximaal 30 cm, of
- een overkapte beddenspuit in combinatie met spuitdoppen van tenminste druppelgrootte M en een kantdop aan beide kanten van de spuit met tenminste druppelgrootte M.
Met name de gewassen maïs en granen zijn zeer gevoelig voor de stof clethodim. Met deze gewassen in de directe nabijheid dient bij bespuiting van het te behandelen perceel elke mate van drift naar genoemde gewassen te worden vermeden.

Resistentiemanagement
Dit middel bevat de werkzame stof clethodim. Clethodim behoort tot de Cyclohexanedionen. De HRAC code is A. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen.