Kweek

Elymus repens

Herkenning. Dof grijsgroene bladeren met verspreide haren. Veel haren op de bladschede. Dunne en lichtgekleurde nerven. Tongetje zeer kort, bleek en fijn getand. Stengelomvattende oortjes, bleek, lang en smal. Bloeiwijze een aar. Bloeitijd, juni - september. De weinige en slecht kiemkrachtige zaden kiemen vooral in de zomer. Plant met ronde spruit en ondergrondse wortelstokken (rhizomen) die scherp gepunt zijn.

Levenswijze. Kweek is een overblijvend wortelonkruid. De soort verspreidt zich door de wortelstokken. Wordt de wortelstok doorgesneden dan lopen de stukken opnieuw uit; hoe fijner de stukken, hoe meer uitlopers. Zode met kweek dan ook niet frezen. Met kweek besmette percelen zijn ongeschikt voor de teelt van graszaad. Kweek concurreert met het gewas, is waardplant voor meerdere ziekten en plagen (meeldauw, roest, havercystenaaltje, tarwestengelgalmug en tarwehalmdoder) en heeft een lage waardering als voedergras.

Maatregelen. Beweiden of maaien in een vroeg stadium. Verschralen van de bodem. Open plekken (door droogte en beschadiging) in de zode vermijden. Pleksgewijs met glyfosaat, daarna doorzaaien Bij een te hoog percentage kweek in grasland, graslandvernieuwing na doodspuiten van het grasland (bij herinzaai doodspuiten bij 5% kweek, in geval van doorzaai bij 20% kweek).

Gewasbeschermingsmiddelen