Manfil 80 WPVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenMeld foutenMeld fouten

Overige toepassingsvoorwaarden
In de teelt van aardappelen het middel toepassen met een volume van 200-400 L water/ha.
Bij voor Phytophthora gunstige omstandigheden overgaan op andere voor de Phytophthora-bestrijding in aardappelen toegelaten middelen, teneinde een goede bescherming van de knol te verkrijgen. Dit geldt met name voor in het loof en knol vatbare rassen.
Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in appels, peren en druiven op percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan na 1 mei en indien gebruik wordt gemaakt van de volgende driftreducerende spuittechnieken:
• het middel verspoten wordt met een tunnelspuit (met uitzondering van de toepassing in appelbomen ouder dan drie jaar);
• het middel in de eerste 20 meter grenzend aan het oppervlaktewater verspoten wordt met een Venturidop, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden;
• de laatste bomenrij éénzijdig wordt bespoten in de richting van het perceel in combinatie met een windhaag op de rand van het rijpad.
• het middel wordt verspoten met een Wannerspuit met reflectiescherm en venturidoppen (Lechler ID 90-015C).
Om de vogels te beschermen is toepassing in de teelt van aardappels uitsluitend toegestaan vanaf BBCH 40, wanneer knol- of bolvorming begint, en met een interval van minimaal 8 dagen.
In verband met mogelijke gewasschade wordt een toepassing op het perenras Conference afgeraden.