SOMBREROVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenVergelijking van gewasbeschermingsmiddelenMeld foutenMeld fouten

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel, toegepast door middel van een zaadbehandeling in de teelt van suikerbieten en voederbieten. Toepassing is alleen toegelaten met behulp van precisiezaai, waarbij het behandelde zaad direct met grond bedekt wordt. Behandeld zaad mag bij het opzakken geen hoger stofgehalte hebben dan 0,75 g stof per 100.000 zaden (volgens de Heubach-methode). Gevaarlijk voor bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Om de bijen te beschermen moet blootstelling via stofdrift geminimaliseerd worden. Om de vogels en de zoogdieren te beschermen moet het product volledig in de bodem worden ondergewerkt; zorg ervoor dat het product ook aan het voorend is ondergewerkt; moet u gemorst product verwijderen; moet blootstelling aan zaden geminimaliseerd worden. Om dit te bereiken dienen bij het uitzaaien van het behandelde zaad specifieke instructies gevolgd te worden die vermeld staan op de zakken behandeld zaad.
Op de zakken met behandeld zaad moet het volgende vermeld worden:
Voor het zaaien
Breng bij het vullen het eventueel aanwezige stof onderin de zaaizaadzak niet over in de zaaimachine. 
Bij het zaaien
Zaai geen behandeld zaad bij sterke wind en zaai de aanbevolen hoeveelheid zaaizaad.
Wanneer een pneumatische zaaimachine wordt gebruikt, moet de luchtstroom met eventueel daarin aanwezig stof van behandeld zaad naar het grondoppervlak of in de grond worden gericht via zogenaamde deflectoren.
Toepassing is alleen toegelaten met behulp van precisiezaai, waarbij het behandelde zaad direct met grond bedekt wordt.
Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

GEBRUIKSAANWIJZING
Suiker- en voederbieten, ter voorkoming van aantasting door: bietenkevertjes (Atomaria linearis) die wegval van planten veroorzaken; groene perzikluis (Myzus persicae); zwarte boneluis (Aphis fabae); bietevlieg (Pegomya betae); bieteaardvlo (Chaectocnema concinna).
Het middel heeft een nevenwerking op miljoenpoten (Blaniulus guttalatus), emelten (Tipulla spp) en ritnaalden (Agriotes lineatus). Het middel heeft een werkingsduur van plm. 2 maanden, gerekend vanaf het moment van zaaien. Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden.
Dosering: 150 ml middel per eenheid zaden (=100.000 zaden)