Gewone klaproos

Herkenning. De grote of gewone klaproos (Papaver rhoeas) met rode bloemen is een plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). Deze plant kan wel 80 cm hoog worden en bevat een wit melksap De plant bloeit op lange stelen in de bladoksels. De bloeitijd is van juni tot juli. De bloem is rood, en bevat vier kroonbladen. Aan de voet van elk kroonblad vind je een zwarte vlek . De bloemen zijn 7-10 cm in doorsnede. Aanvankelijk zijn de bloemknoppen neerhangend, later richten de bloemen zich rechtop. De vrucht is een omgekeerd eivormige doosvrucht van 1-2 cm lang. De vrucht heeft een deksel. Uit poriën aan de rand van dat deksel worden de zaden verspreid. Een plant kan meer dan 10 000 zaden produceren. Het zaad is fijn en kan meer dan 10 jaar zijn kiemkracht behouden. 

Levenswijze. De klaproos is éénjarig en kan zowel in het najaar als in het voorjaar kiemen. Gewone klaproos is een zaadonkruid dat veel in granen voorkomt.  In het verleden, voordat de chemische onkruidbestrijding zijn intrede deed, was de klaproos een kenmerkend onkruid van graanpercelen. Ook in aardappelen en bieten vind je het. De plant komt vooral voor op kalkrijke zandgronden, zavel- klei- en lössgronden. De soort stelt hoge eisen aan de grond. Op pas aangelegde dijklichamen en in bewerkte wegbermen kan de klaproos massaal tot kieming komen en heeft een grote landschappelijke waarde.  De klaproos is een echte pionier. Het tweede en volgende jaren loopt het aantal fors terug. Akkerrandenbeheer richt zich onder andere op de klaproos. Zaad van de klaproos wordt meestal opgenomen in kruidenmengsels voor overhoekjes en braakliggende stukjes. Op bouwland kan de klaproos massaal tot ontwikkeling komen, maar is meestal door zijn geringe bladmassa niet direct bedreigend voor de teelt.