Gewone paardenbloem

Taraxacum officinale subsp.

Herkenning. De paardenbloem is een zeer ingewikkelde soort. In Nederland komen naar schatting tientallen (70) soorten voor die zichzelf klonen. Een veld paardenbloemen bestaat uit vrijwel identieke planten. Welke soort het betreft hangt af van de groeiplaatsomstandigheden en niet van de in de omgeving voorkomende soorten. Er wordt veel onderzoek verricht naar de verwantschap van de verschillende soorten. De voorkomende soorten zijn zeer variabel, een juiste herkenning is specialistenwerk. De gehele plant bevat wit melksap. Uit de al dan niet diep wortelende penwortel ontwikkelt zich een bladrozet met langwerpige meer of minder ingesneden grasgroene bladeren, meestal getand en een gevleugelde bladvoet. Uit de rozet vormt zich een holle bloemstengel met een bloeiwijze met alleen lintbloempjes. De buitenste omwindselblaadjes zijn lijnvormig en teruggeslagen.

Levenswijze. Paardenbloem is een tweejarig en overblijvend wortelonkruid dat zich door zaad verspreid. De soort kiemt het hele jaar rond. De plant wordt veel gebruikt voor geneeskrachtige en homeopathische middelen tegen leveraandoeningen, bloedarmoede, aderverkalking, en aambeien. Ze komen voor op voedselrijke graslanden, bermen, puinophopingen en akkers.

Gewasbeschermingsmiddelen