LUNA EXPERIENCE

Fabrikant
BAYER
Categorie
Fungiciden
Geregistreerd tot
2024-08-31
Registratienummer
14777 N
Actieve materialen
Links
Fungicide in de teelt van pitvruchten, kers, pruim, wortelen, prei, uien, sjalotten, knoflook en bloembol- en bloemknolgewassen en vezelgewassen
  • Houdt het geoogst product vitaal
  • Uitstekende werking tegen een breed spectrum aan schimmels
  • Biedt een zeer langdurige bescherming

Overige toepassingsvoorwaarden
Luna Experience in pitvruchten 1 keer toepassen vanaf het moment dat de vruchten ca. 20 mm groot zijn (BBCH 72) met maximaal 0,5 liter middel/ha. Vanaf het begin van vruchtrijping tot aan het begin van de pluk (BBCH 81 – 87) Luna Experience maximaal 2 keer toepassen met maximaal 0,75 liter middel/ha. Het middel mag alleen op bovengenoemde gewasstadia worden toegepast.
In tulp, zantedeschia, hyacinth, fijnbollige narcis en lelie toepassen vanaf bladvorming. In de overige bloembol- en bloemknolgewassen toepassen vanaf de bloei toepassen.
Voor opwaartse veldtoepassingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinaal voortgetrokken veldspuit, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een handspuit.
Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden aan behandeld gewas.
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van pitvruchten uitsluitend toegestaan wanneer vanaf 1 mei in perceelsstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:
• Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter en een maximale dosering van 0,63 L middel/ha (2e en 3e bespuiting).
• Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) met ventilatorstand laag in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Wannerspuit met reflectieschermen en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Windhaag op de rand van het rijpad in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter en een maximale dosering van 0,70 L middel/ha (2e en 3e bespuiting)
Om niet tot de doelsoorten behorende terrestrische planten te beschermen is toepassing in de teelt van pitvruchten uitsluitend toegestaan wanneer vanaf 1 mei in perceelsstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:
• Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) met ventilatorstand uit in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Wannerspuit met reflectieschermen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van kers en pruim uitsluitend toegestaan wanneer vóór 1 mei in perceelsstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:
• Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter en een maximale dosering van 0,4 L middel/ha.
• Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) met ventilatorstand laag in combinatie met met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter en een maximale dosering van 0.49 L middel/ha
• Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) met ventilatorstand laag in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.
• Wannerspuit met reflectieschermen en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.
• KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
Om niet tot de doelsoorten behorende terrestrische planten te beschermen is toepassing in de teelt van kers en pruim uitsluitend toegestaan wanneer vóór 1 mei in perceelsstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:
• Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Windhaag op de rand van het rijpad in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) met ventilatorstand uit in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Wannerspuit met reflectieschermen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van kers en pruim uitsluitend toegestaan wanneer vanaf 1 mei in perceelsstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:
• Een windhaag op de rand van het rijpad in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 m en een maximale dosering van 0,49 L middel/ha.
• Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.
• Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Wannerspuit met reflectieschermen en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter.
• Minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter en een maximale dosering van 0,53 L middel /ha.
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van wortelen in percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan wanneer gebruik wordt gemaakt minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen.
Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.
Om het grondwater te beschermen mag in de teelt van bloembollen (m.u.v. tulp, zantedeschia, hyacinth, fijnbollige narcis en lelie) dit product enkel worden toegepast vanaf de bloei (BBCH 60).

Geregistreerd voor culturenBeoordeel
Kersen0.6 l
Pruimen0.6 l
Uien0.5 l
Sjalotten0.5 l