Bladluizen

Aphis fabae en Myzus persicae

Herkenning. De zwarte bonenluis en de groene perzikluis zijn algemeen voorkomende bladluizen op diverse gewassen. Alleen al in Europa komen meer dan 800 soorten bladluizen voor. Bladluizen zijn 1,5 tot 4 mm lang, zacht en peervormig en hebben een kleine kop. Algemeen zijn de groene perzikluis en de zwarte boneluis (Aphis fabae). De zwarte bonenluis komt voor op zowel akkerbouwgewassen zoals veldbonen en bieten, als op sierheesters zoals kardinaalsmuts, gelderse roos en sneeuwbal. Zwarte bonenluizen kunnen massaal voorkomen in de koppen van de planten en op jonge scheuten van heesters. Deze luizensoort veroorzaakt vooral zuigschade. De groene perzikluis heeft een grote waardplantenreeks. De groene perzikluis is vooral schadelijk vanwege het overbrengen van virusziektes in verschillende gewassen. Bladluizen scheiden honingdauw af. Dit vormt een zoete, plakkerige stof op het blad waarin zwartschimmels tot ontwikkeling komen.

Levenswijze. Bladluizen overwinteren als ei op winterwaardplanten, maar soms ook als volwassen insect in kassen of in bietenkuilen. In zachte winters kunnen bladluizen op (on)kruiden overwinteren Uit de eieren op de winterwaardplanten komt in het voorjaar de eerste generatie ongevleugelde vrouwelijke luizen. De tweede generatie bladluizen op de winterwaardplanten is gevleugeld en vliegt uit naar de zomerwaardplanten zoals akkerbouwgewassen of sierteeltgewassen. Op deze gewassen worden weer een aantal ongevleugelde generaties afgezet afgewisseld met gevleugelde generaties. De midzomervlucht is het meest berucht in de pootaardappelteelt. Bladluizen prikken planten aan op zoek naar de zoete sapstroom in de zeefvaten. Bij het aanprikken van planten kunnen met virusziekte besmette luizen het virus overbrengen naar een andere plant. Vooral de vliegende generaties kunnen massaal virusziekten verspreiden.

Maatregelen. De grootste schade wordt veroorzaakt door de overdracht van virussen zoals bladrol en Y virus in aardappelen. De bestrijding bestaat uit een combinatie van het wegnemen van besmettingsbronnen, zoals het verwijderen van viruszieke planten (selecteren) en het inzetten van chemische middelen tegen de bladluizen zelf.

Gewasbeschermingsmiddelen